Belangrijkste ingrediënten bramenjam:

  • 1 kg braambessen

  • 1 kg geleisuiker (Geleisuiker bevat naast suiker ook pectine. Het is deze pectine die ervoor zorgt dat de jam dik en stijf wordt.)

  • kookpot

  • confituurpotten of weckpotten

De vers geplukte of gekochte bramen worden eerst gewassen en van eventuele steeltjes, kroontjes en ander vuil ontdaan vooraleer ze te koken. Heb je liever geen pitjes in de jam die voortdurend tussen je tanden blijven steken? Laat de braambessen dan eerst één keer opkoken, en pers ze daarna door een zeefdoek of fijne zeef.  Zo bekom je dan wel bramengelei en geen confituur of jam met pitjes.
Daarna pas doe ik speciale geleisuiker bij het vruchtensap en laat opnieuw een paar minuutjes koken en blijven roeren. Zodra de gelei aan de houten lepel blijft plakken is het klaar! En lèkker! Als je de speciale pectine-suiker gebruikt vind je de makkelijke uitleg op diens verpakking.

Al je jampotten even uitspoelen met zeer heet water en nadien de zeepresten onder de kraan afspoelen, beetje afschudden en dan op een vochtige doek zetten. Zéker níet afdrogen en ze dan zó gebruiken om de kokendhete jam erin te doen. Het feit dat die glazen potten nat zijn belet hen kapot te springen door de hitte! Bij het vullen van de potten met een pollepel kan een grote trechter de klus een stuk vergemakkelijken. Durf je het niet aan de gekookte jam onmiddellijk in de glazen potten te gieten, dan kun je alles gerust een tiental minuten laten afkoelen vooraleer je ze in de potten giet. Er komt dan wel een velletje te liggen op je bramenjam, maar dat kan geen kwaad hoor, dat is gewoon al opgestijfde jam! Schep dat er met de pollepel maar gewoon bij in, dat zie of voel je niet meer als alles opgestijfd is. Je mag dus alles gerust even laten afkoelen.

Eenmaal de jam, confituur of gelei in de potten is gegoten kun je er best zo snel mogelijk de deksels op schroeven. Zorg ervoor dat de potten volledig gevuld zijn zodat er geen lucht meer in de opgevulde potten zit. De opgevulde potten omdraaien zorgt ervoor dat deze vacuüm worden gezogen wat de houdbaarheid ten goede komt. Bij het maken van jam zijn de vruchten nog in stukken zichtbaar in de pot. Hierbij is het interessant de potten bij het opstijven van de confituur regelmatig om te draaien zodat de vruchten netjes worden verspreid in de pot en niet allen op de bodem gezakt zitten. Als de potten zijn afgekoeld, voorzie je ze van een klevertje met de benaming en datum en daarna kunnen ze in de koelkast, kelder of een andere koele en donkere ruimte bewaren. Eenmaal een pot wordt geopend en niet meer luchtdicht is dien je die in de koelkast te bewaren.

Een tip bij de braambessenjam: Wat ook zeer lekker is bramen met rabarber, maar dan moet je de rabarber vooraf invriezen omdat de bramen veel later rijp zijn en de rabarber na de langste dag oogsten is niet goed wegens teveel zuren (slecht voor botontkalking) en uitputting van de plant. Deze combinatie moet ook niet zo lang koken met alleen maar suiker. De rabarber kun je invriezen als moes, maar als dat afgewerkte moes is mèt suiker, doe je wel wat minder suiker in je confituur. Je kan ook je rabarber in blokjes snijden, beetje suiker over strooien en dan zó invriezen, want het is duivels lekker zo’n rabarberblokje in je confituur!

Nog een kooktip bij het maken van confituur: Wanneer een confituur eens een keertje niet goed opstijft, doe je er het sap van een halve of hele citroen bij. Het citroensap haalt de natuurlijke pectine uit de bramen weg. Je laat dan je bereiding nog één keertje opkoken en klaar is kees!

Mijn aardbeiengelei behoudt zelfs zijn smaak van versgeplukte aardbeien. Véél lekkerder dan die doorgekookte aardbeienjam die je koopt!!
Veel genot met je lekkere, zelf gemaakte bramenjam!

Bron: Koken uit eigen tuin