Het had zo maar gekund dat aan de achterkant van station Amersfoort een
incheckhal van Schiphol zou zijn gebouwd: passagiers konden er hun bagage
inleveren en vervolgens comfortabel per trein naar de luchthaven reizen. Er
hadden ook wagonwoningen gebouwd kunnen worden, huizen die van tijd tot
tijd via het spoor naar een andere plek verplaatst konden worden. Of een
schouwburg. Of het nieuwe gemeentehuis. Of een gevangenis.
Tal van grootse en groteske plannen passeerden de revu nadat de Nederlandse
Spoorwegen de Wagenwerkplaats eind jaren negentig besloten te sluiten. Op het
25 hectare grote terrein tussen het spoor en de wijk Het Soesterkwartier werden
heel wat idealistische en commerciële dromen geprojecteerd.
Over de Amersfoortse Wagenwerkplaats verschijnt deze maand een boek met
als titel: Het spoor, de strijd, de toekomst. Het is geschreven door de journalisten
Jeroen de Valk en Arjan Klaver en bevat tal van nieuwe foto’s, gemaakt door
Fred Oosterhuis, en oude foto’s, verzameld door beeldredacteur Nico Brons.
Het boek is veel meer dan alleen een kroniek van de opkomst en ondergang van
deze grootste werkplaats van de NS in het hart van Nederland. Het gaat ook over
de geschiedenis van het spoor en de betekenis ervan voor Amersfoort, over de
strijd om de sloop van de industriële monumenten te voorkomen, de creatieve
explosie in dit stadsdeel na het vertrek van de treinstellen en de arbeiders, de
komst van visionaire ondernemers, en de moeizame worsteling van
omwonenden, gemeente en NS om er samen iets moois van te maken.
Het boek wordt op zaterdag 22 oktober om 16.00 uur gepresenteerd in de
Veerensmederij op het terrein van de Wagenwerkplaats.