Burgemeester Lucas Bolsius  draagt vandaag een bijzondere vondst over aan een nabestaande van een Joodse familie. Het gaat om een klein, glazen potje met sieraden, dat vermoedelijk rond de Tweede Wereldoorlog werd verstopt in de woning tussen de Westsingel en de Hellestraat.
Reguliere vondsten die de stadsarcheologen bij opgravingen in Amersfoort doen, zijn eigendom van de gemeente. Na het onderzoek worden deze tentoongesteld in het Centrum voor Archeologie, Langegracht 11, of opgeslagen in het gemeentelijk depot.
Voor deze vondst wordt nu een uitzondering gemaakt. De relatie tussen vondst en voormalige bewoner van die plek is zo duidelijk, dat het college van burgemeester en wethouders heeft besloten de vondst over te dragen aan de nabestaande.
Het glazen potje bevatte onder meer een horloge en ringen die in de decennia voor WOII in de mode waren. Verder was het potje dichtgestopt met watten.
Archiefonderzoek naar de bewoning van de plek leerde dat hier vóór en na de oorlog de joodse familie Manasse had gewoond: de sieraden zijn in deze periode van angst en onderduiken verstopt, maar na de oorlog niet teruggevonden.
De nabestaande van de familie, Bert Manasse, woont in Amersfoort en krijgt nu, 67 jaar na de oorlog, uit handen van burgemeester Bolsius de familie-eigendommen overgedragen.

Bron: Blikopnieuws