Binnenkort gaan we er weer flink last van krijgen: Bladluis, die hun plak op ons laten druipen vanuit de bomen waar ze zitten. Honingdauw. Een mooi en romantisch woord, maar in de praktijk kun je er goed last van hebben.

“Daar moet toch wat aan te doen zijn”, moet Iris Douma uit de Violenstraat hebben gedacht, toen ze al googlend het internet heeft bestormd. De overlast van bladluis vanuit de bomen lijkt met het jaar groter te worden. Niet alleen treft deze honingdauw de geparkeerde auto’s, maar ook kleren en zelfs hoofden voelen plakkerig aan na een wandeling door de Violenstraat. Iris is niet zo van de chemie, maar wat zou het mooi zijn als de natuur zelf een oplossing van dit ongemak kan aandragen. En ja hoor, na enkele zorgvuldige muisklikken bood het internet een prachtige oplossing: de bladluis heeft namelijk een natuurlijke vijand, het lieveheersbeestje. De schrik van elke bladluis.

En zo kwam het het Buurtbudget enige weken terug een ongebruikelijke verzoek binnen kreeg: De aanschaf van een hele kudde levende have, van enkele honderden larven van de redder in deze nood: Het lieveheersbeestje, ofwel onze eigen inheemse tweestippelige lieveheersbeestje Adalia bipunctata. De beschikking volgde daags daarop.

Gisteren, zondag 2 mei, was het moment daar om de beestjes aan het werk te zetten. De buurt was uitgestroomd om met elkaar een aantal bomen te voorzien van een woonplaats voor deze larven, waaruit naar verwachting ijverige beestjes geboren zullen worden die van hun nood een deugd maken. Enkele vrijwilligers van de buurthuiskamer van Bij Bosshardt hadden de week ervoor al een heel aantal lieveheershuisjes gemaakt, die hun plek in de bomen vonden.

Met elkaar hebben alle larven een boom toegewezen gekregen, waar ze de komende periode eerst rustig kunnen voorbereiden op hun toegewezen missie. Ze mogen zich eerst nog verpoppen, om vervolgens met een geheel nieuwe gedaante weer uit te komen. Een echt luizenleventje zal er niet in zitten. Hongerig als ze zijn, zullen ze gemotiveerd op zoek gaan naar een malse luis.

En de bewoners van de Violenstraat?  Die zullen komende zomer af en toe dankbaar naar boven kijken, naar het lieveheersbeestje dat daar voor hen dagelijks aan het werk is om het ongemak van druipende honingdauw op te lossen.