Diederik Samson op bezoek in Soesterkwartier juni 2012. Op het eind van zijn toespraak van 1 december j.l. in Gent refereert hij aan dat bezoek en doet tevens de belofte dat hij ons weer zal bezoeken.
door Diederik Samsom op 1 december 2012

De realiteit vraagt om een politiek waarvan het hart links klopt. Die, wat er ook gebeurt, hoe lastig het ook wordt, de rekening van de crisis eerlijk zal verdelen. Die cruciale voorzieningen als zorg en sociale zekerheid wil versterken, juist als het moeilijk wordt. Die de samenleving socialer wil maken. De realiteit vraagt ook om een politiek die  begrijpt dat het geld ook verdiend moet worden. Dat we de toekomst alleen veilig stellen wanneer we weer groeien, banen creeren. Een partij die de samenleving sterker kan maken.

Dat zei ik zaterdag in mijn toespraak op het congres van de SP.A in Gent.

Hieronder de volledige toespraak

Geachte aanwezigen, Dames en heren, vrienden van de SP.A

Goedemiddag.

Het is me een groot genoegen om u vandaag hier in het prachtige Gent te mogen toespreken, op wat nog maar mijn eerste buitenlandse congres is sinds ik ben aangetreden als leider van de Partij van de Arbeid. U heeft het wellicht gevolgd, we hadden in Nederland het afgelopen jaar de handen vol aan onszelf.

Ik wil dan ook allereerst Bruno Tobback hartelijk danken voor de uitnodiging. En ik hoop dat mijn bijdrage en aanwezigheid bijdraagt aan het bestendigen van de warme band tussen onze beide partijen.

Dames en heren,

Vandaag wil ik met u praten over sociaaldemocratische politiek in de nieuwe realiteit. Een realiteit waarin de bekende groeicijfers, van de vorige decennia, van 2 of 3% per jaar definitief achter ons liggen. Een realiteit waarin de angst voor verlies van het eigen, het steeds vaker dreigt te winnen van de wil tot het samen. Een realiteit waarin vergrijzing extra druk zet op de publieke financiering van welzijn en zorg. En een realiteit waarin de grondstof- en energievoorraden de bodem bereiken.

Pas nu, in essentie een decennium te laat, beginnen we ons in Europa te realiseren dat de tijd van forse groei en makkelijke weggooi-economie echt voorbij is. Dat is met name voor mijn generatie even slikken. Wij veertigers groeiden op in de no nonsense jaren 80, betraden de arbeidsmarkt in de florerende jaren negentig en storten ons consumerend de nieuwe eeuw in.. Flatscreen en nespresso-luxe sleepten we het huis binnen. Auto’s werden eerst langer, de stationwagon, toen hoger, de MPV, toen breder, De SUV, en toen werden het er twee. Het kon niet op.

Maar het kon wel op. Al feestend misten we de kentering die zich al begin van het decennium voordeed. Publieke voorzieningen begonnen te kraken op hun mede door de Derde Weg mode vermolmde fundamenten. Een financiele sector, onttrokken aan het zicht van de overheid, ontspoorde volledig in haar jacht op snellere en grotere winsten. Huizenmarkt en arbeidsmarkt liepen vast in hun oude structuren. Europa’s muntunie ontspoorde met het uiteenlopen van de economieen van Noord en Zuid. We zagen het gebeuren, maar het leidde tot te weinig actie. Op de pof stelden we het einde van het feest nog even uit.

Totdat Lehman Brothers viel, de gehele financiele sector achter zich aan sleepte, de reele economie besmette en een Euro-crisis ontketende. Een suf gefeeste generatie schrok wakker uit haar roes. Alsof iemand de TL verlichting aanzette, net als het feest goed aan de gang is. Nog knipperend van het licht hebben we elkaar de afgelopen jaren staan aankijken. Wie heeft het gedaan? Wie heeft het feest verpest? De roekeloze creditcardbezitters in de Verenigde Staten? De Grieken met hun valse begrotingen? De vastgoed magnaten en perfide banken in Spanje? Het liefst zouden we de boosdoeners eruit gooien, TL-licht weer uit, muziek aan en doorfeesten.

Maar dat is een illusie dames en heren. Ja er heeft een onverlaat het licht aangedaan. Meer dan een zelfs. Maar het bier en de chips hadden we echt zelf al opgemaakt. De party is over. En nu is het opruimen geblazen. Een beetje zoals je dat vroeger deed als je een heimelijk feest had gegeven en snel de restanten wegwerkt.

Maar er is ditmaal een heel groot verschil. Ditmaal ruimen we niet op voor onze ouders, maar voor onze kinderen. En dat schept hele andere verplichtingen. Niet even rats rats, de ergste scherven aan de kant. Nee, de nieuwe realiteit vraagt om echte structurele oplossingen.

Dat is dus de taak die voor ons ligt in het tweede decennium van deze eeuw, dames en heren. De samenleving inrichten op de nieuwe realiteit. En dat is geen pessimistisch verhaal over minder. Integendeel. De nieuwe realiteit vraagt om meer. Meer evenwicht, meer samenhang, meer gemeenschapszin, meer duurzaamheid, meer welzijn. Meer optimisme.

De sociaaldemocratie is bij uitstek toegerust om ons die nieuwe toekomst in te leiden. Wij willen de financiele markten beteugelen en weten hoe. Wij willen de hyperflexibiliteit op de arbeidsmarkt stoppen en zo meer evenwicht aanbrengen. En wij weten hoe. Wij willen publieke voorzieningen zo herschikken dat ze beschikbaar blijven voor iedereen, ook als er minder geld beschikbaar is. En wij weten hoe. Sociaaldemocraten kunnen nu pas echt laten zien wat ze waard zijn.

En nu verwacht u waarschijnlijk dat ik u ga vertellen hoe. Dat ik ga uitleggen welke maatregelen we nemen, welke bezuinigingen we precies doorvoeren, welke belastingen we verhogen, of verlagen. En welke investeringsprogramma’s we starten. Dat ik u het recept geef voor het tweede decennium van deze eeuw.

Maar dat ga ik niet doen. Ten eerste omdat we in Nederland inmiddels niet meer denken dat we het zoveel beter weten dan de Belgen,

Maar vooral omdat je in deze realiteit geen politiek bedrijft volgens een recept met maatregeltje en plannetjes. Omdat alle plannetjes en maatregeltjes goed bedoeld, maar goed beschouwd ook potsierlijk zijn als je kijkt waar we met zijn allen voor staan. De economische, de ecologische en ook de politieke crisis waar we in verzeild zijn geraakt is internationaal en complex. Simplistische voorgekookte recepten voldoen niet. Het eenzijdige simpele bezuinigingsrecept van de afgelopen jaren heeft in ieder geval niet gewerkt; een blijvend stagnerende economie in Europa, steil oplopende werkloosheid in ZuidEuropa en meer cynisme dan ooit onder de bevolking vormen daarvan het bewijs.

Maar het populaire recept van meer geld uitgeven om alle problemen weg te betalen zal ook niet werken omdat het ons voor de toekomst voor grote moeilijkheden plaatst. Keynes herleeft, maar de zakken van Keynes zijn ook een keer leeg. We zullen ons schrap moeten zetten om de rekening van de crisis ook te gaan betalen.

En het derde populaire recept om de crisis te beeindigen: Zoveel mogelijk anderen de schuld te geven, of het nu Grieken zijn, of Walen, lost problemen al helemaal niet op. De realiteit is dat we met zijn allen niet weten wat er de komende weken, maanden of jaren nog op ons af komt. Welke wending Europese en wereldcrisis nog zal nemen. Die realiteit maakt verkiezingsprogramma’s en regeerakkoorden in no time achterhaald. De realiteit vraagt niet om maatregeltjes, maar om het juiste kompas om ons uit de crisis halen en richting de toekomst te leiden. De realiteit vraagt om een politiek waarvan het hart links klopt. Die, wat er ook gebeurt, hoe lastig het ook wordt, de rekening van de crisis eerlijk zal verdelen. Die cruciale voorzieningen als zorg en sociale zekerheid wil versterken, juist als het moeilijk wordt. Die de samenleving socialer wil maken. De realiteit vraagt ook om een politiek die die begrijpt dat het geld ook verdiend moet worden. Dat we de toekomst alleen veilig stellen wanneer we weer groeien, banen creeren. Een partij die de samenleving sterker kan maken. Deze tijd vraagt om een politiek die beseft dat datgene wat we samen in Europa hebben aangericht, niet ieder voor zich kan worden opgelost. Die dus kiest voor een gezamenlijke uitweg uit de Euro-crisis. Omdat ik niet wil wegzakken tot het Europa waar de geschiedenis werd geschreven, ik streef naar het Europa waar de toekomst wordt vormgegeven.

Deze tijd vraagt om een politiek met de wil om geslagen wonden in de samenleving te herstellen. Met beleid van rechts werden de verschillen tussen mensen vergroot, het cynisme aangejaagd. Er zijn bruggen weggeslagen. Tussen allochtoon en autochtoon, immigrant en hier geboren, Pool versus Nederlander, Waal versus Vlaming. Wat nu nodig is, is een politiek die tegen al die mensen zegt: wij zijn een, wij zijn een samenleving, samen gaan we de bruggen herstellen; samen gaan we de problemen te lijf. Maar de realiteit vraagt vooral om het besef dat de problemen niet van gisteren zijn, en morgen niet zijn opgelost.

Hoezeer ik ook mijn best doe, hoe succesvol onze generatie politici ook zal zijn, en daar valt nu al veel op af te dingen, we zullen niet alle problemen oplossen. Ook de volgende generatie krijgen er ook nog veel voor de kiezen. Het beste wat we dus kunnen doen is, investeren in onderwijs. Een schoon milieu is gebaat bij windmolens, maar vooral bij onderwijs. Omdat de volgende generatie technologieen moeten verzinnen die wij nog niet konden bedenken. En een eerlijke economie is gebaat bij goede sociale zekerheid, maar vooral bij onderwijs. Zodat de volgende generatie de welvaart eerlijker verdelen dan wij kunnen opbrengen. En conflicten kun je stoppen met diplomatie, of met het leger, maar vooral met onderwijs. Omdat de volgende generatie de internationale verdragen moeten kunnen afsluiten waar wij niet aan toe zijn.

Er is dus alle reden voor optimisme. Over de toekomst. En over de sociaaldemocratie. Wij bedrijven immers die politiek waarvan het hart links klopt, die snapt dat het geld ook verdiend moet worden, die bruggen tussen bevolkingsgroepen slaat en bij wie onderwijs op een staat. Er is reden tot trots. Ons kompas staat goed.

Maar dames en heren, er is ook reden tot deemoed. Tot bescheidenheid. De afgelopen 10 jaar zat ik in de politiek. En ik weet 1 ding. Historici gaan niet mild oordelen over de politiek van de afgelopen 10 jaar. Over de Nederlandse politiek weet ik het zeker. En over de Belgische politiek heb ik zo’n vermoeden. En ook wij, sociaal democraten hebben daarin onze rol gespeeld.

Als het harde oordeel nu alleen van historici zou komen, zou er prima mee te leven zijn. Maar zo ligt het niet. De onvrede over de politiek zit breder en dieper.

Afgelopen verkiezingscampagne ging ik dag na dag, deur aan deur. Op zaterdag 16 juni waren dat de deuren van het Soesterkwartier, een volkswijk in Amersfoort. Het was de tijd van het EK voetbal, de straten waren oranje gekleurd. Na twee verloren wedstrijden was dit zo’n beetje nog die enige wijk die nog geloofde dat we Europees kampioen Voetbal konden worden. U weet hoe dat afliep. Optimistische vrolijke mensen dus, daar in het Soesterkwartier

Jazeker. En ook totaal klaar met de politiek.

18 deuren achter elkaar werd mij verstaan gegeven dat ze niet op links gingen stemmen. En ook niet op rechts. Maar dat ze helemaal niet meer gingen stemmen. Na vijf verkiezingen in 10 jaar tijd was hun geduld met de politiek op, hadden ze hun buik vol van politici die van alles beloofden en niks waarmaakten en hadden ze de deur naar de politiek met een ferme knal dichtgeslagen. Ik kreeg de deur nog net niet letterlijk in het gezicht.

Het zijn de mensen van het Soesterkwartier in Amersfoort die we voor ogen moeten houden bij wat we doen. Zij willen niet bedrogen worden met loze beloften die niet worden ingelost. Zij willen geen mooie praatjes meer. Ze willen niet naar de mond gepraat. Ze willen het eerlijke verhaal.

Zij krijgen van mij het eerlijke verhaal. In de campagne. En daarna. Over een economie die maar haperend uit de crisis klimt en nog vele hoofdbrekens zal vergen. Over een financiele sector die zo internationaal opereert dat de beteugeling moeizaam zal verlopen. Over publieke voorzieningen die, ingesteld op financiering vanuit 2% economische groei, nu moeten worden heringericht omdat die groei niet terugkeert. Over een Europa dat ons meer kost dan was beloofd en waaraan me meer bevoegdheden moeten afstaan dan we comfortabel vinden.

En ze krijgen van mij geen beloften over belastingen die omlaag gaan of maatregelen die genomen moeten worden. Omdat de realiteit van morgen ons kan dwingen de belastingen te verhogen en de maatregelen achterwege te laten.

De mensen van het Soesterkwartier kregen en krijgen van ons maar een belofte. Dat wij altijd zullen varen op ons kompas. Het kompas van Eerlijk delen en vooruitgang mogelijk maken. Dat we, wat er ook gebeurt ervoor zullen zorgen dat de rekening niet terecht komt bij diegenen die het al zwaar hebben en dat we, wat er ook gebeurt, zullen blijven investeren in onderwijs en ineen duurzame economie.

Dat kompas leidt ons naar die samenleving die wel klaar is voor de nieuwe realiteit. Waarin publieke voorzieningen zijn ingesteld op minder uitbundige groei en dus meer gedragen worden door mensen en minder door structuren en instituten. Waarin de inkomensverdeling ervoor zorgt dat de klappen van de crisis ook echt voor iedereen draagbaar zijn. En waarin de economie ook voor de toekomst houdbaar is.

Over een paar jaar wil ik dan met opgeheven hoofd terug naar het Soesterkwartier. Naar die 18 deuren. En ik hoop dat ze dan hebben gezien, dankzij onze inspanningen, dat politiek geen cynisch spelletje is van loze beloften. Dat politiek ertoe doet. Een verschil maakt Een samenleving kan leiden naar een nieuwe en betere toekomst. Aan die opdracht zijn wij in Nederland een maand geleden begonnen. U bent al wat langer bezig. Samen met u en in hoop met steeds meer regerende sociaaldemocraten in Europa gaan we de opdracht voltooien.

Dank u wel

Bron: Nieuwsbank