Zondag 27 Januari, Een van de dagen dat er veel te doen, horen, leren, en ontdekken was in De WAR tijdens Koppelting het Citizens Science weekend. Het programma in z’n totaal volgen lukte niet, daarom moest er een keuze gemaakt worden. De keuze viel op de Vleermuissessie, zo ongeveer 12/14 mensen namen deel.

Vele mensen hebben buiten in de schemering weleens, of regelmatig vleermuizen gezien. Maar weinigen weten dat er 9 verschillende soorten in Amersfoort en omgeving voorkomen.

Een van de soorten is de Dwergvleermuis. Dat vleermuizen misschien bij veel mensen een griezelig gevoel opwekken is veelal te danken aan de griezelfilms die er over gemaakt zijn. Vleermuizen zijn net als “andere vaak angstaanjagende dieren”, spinnen heel nuttige dieren. Zeker als duidelijk is hoeveel insecten 1 dwergvleermuis gemiddeld per nacht vangt, namelijk zo’n 1000 stuks. Dat ene kleine vleermuisje, scheelt daarom heel veel gesteek en gezoem in menige slaapkamer.

Muggen, vliegen en motjes staan, onder andere vliegende insecten, op het menu van de vleermuis. Hoe ze die vangen in het donker werd ook duidelijk gemaakt. Echolocatie en ultrasoongeluid maken het mogelijk om “de prooi” tijdens de vlucht te vangen, te eten en door te slikken. En nee, Vleermuizen zijn niet blind, ze hebben een soort van ingebouwde nachtkijker.

Echolocatie, de “berekening” die gemaakt wordt na het zenden en terug ontvangen van een geluid. Voorbeeld: in een tunnel roept iemand iets, de tijd tussen het roepen en horen van het terug horen van het roepen. De vertraging in een tunnel is relatief klein, waardoor men weet het is geen hoog bouwwerk. In een kerk is de vertraging langer, en in een glazen koepel als bijvoorbeeld de Arena, nog langer.

Het ultrasone geluid dat de vleermuis voor de echolocatie gebruikt, bevind zich meestal op een bandbreedte van tussen de 20 en 40 kHertz. Kleine kinderen, dieren en sommige jonge vrouwen kunnen dat nog net horen, maar de meeste mensen horen dat niet/ niet meer. De vleermuis gebruikt het ultrasone geluid om daarmee via echolocatie te kunnen bepalen waar gebouwen of bomen staan en waar insekten vliegen. Aan de hand van de “hockeystick-figuur” is te zien hoe de vleermuis handelt tijdens zijn vlucht. Een soort van korte stop is het moment van doorslikken van het voedsel, “weer een vlieg of mug minder”!

Na deze weetjes, werd er gesproken over welke meetapparatuur wel of niet aan te bevelen valt. Er blijken er niet zoveel geschikt binnen stadgebied omdat daar allerlui storende factoren zijn zoals UMTS masten en andere zend en ontvang-apparatuur. Met een hele goede microfoon was het “hockeystick-geluids model” vast gelegd.

Een ander had een koptelefoon aangepast met een stukje computertechniek, waarmee het ultrasone echolocatie-effect hoorbaar gemaakt werd voor de aanwezigen testers. Wanneer bijvoorbeeld de handen dichter bij de koptelefoon gebracht werden, hoorde men ze aankomen. Maar ook dichter bij een muur lopen, werd hoorbaar.

Iets dat in de toekomst misschien wel een “standaard” apparaat wordt voor mensen die slechtziend of blind zijn. Al is de kans groot dat er meer mensen graag zo’n aangepaste hoofdtelefoon willen hebben om die fluisterstille electrisch auto’s, scooters en motoren te kunnen horen aankomen.

Na deze informatie en “try-out” werd het heel erg technisch. Men ging proberen een meetapparaat te ontwerpen dat de verschillende soorten kon duiden. Al werd er ook gesproken over “eerst een geluids-bibliotheek aanleggen”, om de verschillende vleermuis “talen” op te slaan. Boeiend was het tot dat moment zeker, ook voor “de leek” in de techniek.

Of de vleermuis-geluids-bepaler er gaat komen? Ook als er duidelijk wordt of de echolocatiebepalende hoofdtelefoon voor visueel beperkten en/ of voor verkeersgebruik geschikt gemaakt kan worden, blijft ook nog even de vraag. Wordt wellicht vervolgd…..

Verslag en foto’s: Nel Groenendijk