Wijkmuseum 24 november 2017, in het kader van het jaar van “de zorg”vanaf geboorte tot aan de dood, vroeger en nu, was er heden, bijna aan het eind van de tentoonstelling’s maanden de uiteindelijke versie van het dood gaan.

Hands Meijerink, uitvaartondernemer en Ukediene , alternatieve ondernemer ( lijkwades) gaven hedenmiddag een informatieronde over hoe het vroeger ging en nu. Vraag en antwoord werd een interessante bloemlezing.

Mede door het druk bezette wijkmuseum met vooral al wat “oudere”mensen die uit ervaring de dingen konden benoemen.

Aan de ambiance kon het niet liggen, tussen hoop en vrees. De aankleding van de tentoonstellingsruimte was nog in de stijl van trouwen en trouwfoto,s, met daaronder de in doeken gewikkelde versie van een overledene.

Gezina Tuinstra, conservator van het wijkmuseum, heette een ieder welkom en Hans Meijerink beet de spits af, op een toch wel “ernstig”onderwerp. Maar eigenlijk verliep de hele middag in een gemoedelijke sfeer en de dingen werden genoemd zoals je ze noemt. Terugkijkend in het verleden, waar een begrafenis een bijzondere en opvallende gebeurtenis was. Mensen in zwarte pakken met hoge hoeden. Dragers met hangkoorden en kenmerkende uitstraling met hun lange jassen. Enkele bezoekers konden dit zeer zeker beamen. Het vervoer van vroeger met paard en wagen naar de begraafplaats. Het latere invoeren van volgauto,s, waarvan Hans opmerkte” dat was omdat er gewoon geen auto,s waren”. En nu het feit dat men eigenlijk gewoon met eigen auto,s achter de lijkwagen rijdt. Met de kleding van de uitvaartverzorger zelf. “tja toen ik begon heb ik 2 zwarte pakken gekocht maar ze tot nu toe maar 2 keer gedragen. Het passend grijs is toch wel wenselijk deze tijd”. Op de vraag of er altijd voor de rouwstoet wordt gelopen werd een opmerkelijk antwoord gegeven. “Het stamt uit de eerdere jaren, waar de uitvaartbegeleider voor de stoet liep, niet uit respect maar om het verkeer te regelen.Heden ten dage beschouwd men het als een vorm van respect voor de nabestaande om voor de stoet te lopen.

En alles kwam aan de orde, zoals het “afleggen”vroeger van een overleden. Dat gebeurde thuis, een voorkamer, of slaapkamer werd ingericht als rouwkamer. Gordijnen dicht en de kist in het midden van de kamer. Koeling was er toen niet hetgeen vaak leidde tot een kortere periode van afscheid, gezien de ontbinding van de overledene. Nu kent men het begrip koeling, waarbij een plaat onder het lichaam zorg voor koeling.

In dit kader paste ook de aanvullende praktijk die Ukediene  had, namelijk graszoden onder een lichaam zorgt ook voor koeling.

Dat men vroeger, wegens het niet thuis kunnen opbaren naar het “lijkenhuis”werd gebracht, bleek wel herkenbaar.

De uitstraling van rouwende mensen, bleek ook nog wel paraat bij de bezoekers. Met name in de klederdracht steden is goed zichtbaar dat iemand in rouw is en hoe lang. Of aan een huis met raam-luiken, werd er een deel uitgehaald en de andere zijde dicht gehouden als teken van rouw.

Opvallend, maar wel herkenbaar is de wijze waarop kinderen vroeger, bij een begrafenis werden weggehouden en zoals Joke Sickmann verwoordde, “ik mocht de plakjes cake snijden, maar waarom eigenlijk”.

Dan komt men ongemerkt toch bij de periode dat het “cremeren”zijn weg vond. Je moest van gemeentewege een verklaring hebben, cq ontheffing van begraven, om te worden gecremeerd . Een bijzonder gegeven, want nu weten we niet beter. De kerkelijke diensten, worden meestal afgesloten met een begrafenis . Andere worden normaliter op of in het crematorium “afgehandeld”

De vraag of bloemen nu een verplicht iets is, daar er soms staat “geen bloemen”heeft volgens Hans te maken met het “verbloemen”van een overleden. Het bedekken met bloemen van een kist, zou het ontkennen zijn van de dode.

Overige zaken kwamen ook aan de orde. het uitstrooien van as, waar mag dat wel en waar niet. Naar verluid zijn er gemeenten die het uitstrooien verbieden, omdat de as van een overledenen te “voedzaam”is om bij of naast bepaalde gewassen te strooien. Ook de natuurbegraafplaats is in opkomst, de voor en nadelen kwamen aan bod. Gezien de beperkte plaatsen op begraafplaatsen worden de “gemeentelijke”graven gestapeld. 3 tot 5 kisten boven elkaar werd genoemd.

Ukediene hield een warm pleidooi voor de lijkwade’s. Iets wat in andere landen of werelddelen een normaal verschijnsel is, kan hier natuurlijk ook. Ze toonde de speciale “gevoerde”stof die het denkbeeldige overleden familielid was gevouwen. Een demonstratie hoe je dit doet werd natuurlijk gegeven. De voor en nadelen kwamen aan de orde en op de vraag of dit wettelijk geregeld is. Maar de wetgever heeft het alleen over het bedekken van een lichaam en niet waarin.waarmee of waardoor.

Een leerzame uiteenzetting van “het einde”en hoe we vandaag de dag er mee  omgaan. Een commercieel gebeuren, meende Hans. Dingen worden uitbesteed. Wil je dragers dan bestel je ze. enz.

Als afsluiting van deze middag, werd een bezoek gebracht aan het rouwcentrum “de Poort”op de Soesterweg. Hier is een woonkamer ingericht als rouwplaats voor familie.

Met dank aan genoemden.

Een klein gemis. Het plakje cake.

Verslag Karel van Rooy

foto impressie klik hier.