Geen nieuwe “Ronde” voor De WAR.

Dinsdagavond 1 oktober was het druk in het Stadhuis al was het niet vanwege het aantal bezoekers. In de Raadzaal werden de moties en amendementen op de begroting 2017 voorgelegd. Wel of geen euro’s “van het een naar het ander (of juist andersom)”, is dan -even heel erg simpel uitgelegd- wat er besproken wordt.

De vergadering begon om 17.00u en beloofde al lang te duren, de schatting was tot 22.30u En net zoals het met teveel begrotingen gaat of het nu in de bouw is of op school, de schatting bleek “onderschat”. De vergadering liep dan ook ruim een uur uit.

Om ongeveer half acht was het tijd voor de groepsfoto van de voltallige raad, terwijl het ook een soort van pauze was, al werd er door sommigen druk doorgegaan met beraadslagen, zo leek het. Op de trap binnen het Stadhuis werd iedereen gerangschikt voor de groepsfoto. Hier en daar werden hulp middelen aangerukt om het hoogte verschil te overkomen. Maar toen iedereen dan op de plaats stond werd de foto van de voltallige Raad genomen.

Na deze korte onderbreking met pauze, ging de vergadering snel verder want de begroting 2017 bevat toch net iets meer gespreksstof dan een gemiddeld boodschappenbriefje. Verschillende moties zouden pas na het besluit over de begroting aan de orde komen, en daarmee werd het duidelijk: De WAR stond niet hoog – als in: vooraan – op de agenda van de avond.

Rond elf uur kwam de motie van Actief, aangaande De WAR aan bod. De motie waarin een verzoek gedaan werd tot een Ronde, dit was zo bijzonder dat men het de omgekeerde wereld noemde.

Na nog een en ander uitgelegd of toegelicht te hebben of er wel of niet tijdens het onderhandelingsproces van Rovase en De WAR een Ronde moest komen, besloot het merendeel van de Raad dat het niet verstandig was en de onderhandelingen met een mediator erbij, ernstige schade toe kon brengen.

Wel gaf wethouder Buijtelaar aan dat de Raad geïnformeerd zou worden voordat er iets – lees: het voorlopig koopcontract – getekend gaat worden. Het wordt dan ook weer even afwachten.

Verslag en foto’s: Nel Groenendijk.