Op dit moment zit ‘uw correspondent’ in Ecuador. Dat is voor mij de eerste keer. Ik was al heel wat keertjes en gedurende langere tijd, in verschillende andere Zuid-Amerikaanse landen. Daardoor zie ik langzamerhand ook beter enkele verschillen en overeenkomsten tussen de landen in América Latina.

Één van de overeenkomsten is de taal. Uitgezonderd Brazilië, waar de bewoners Portugees spreken, wordt in alle Zuid Amerikaanse landen Spaans gesproken. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat zo weinig mensen in Zuid Amerika Engels spreken. Je kunt hier in een vliegtuig stappen, uren vliegen en als je dan uitstapt wordt er nog steeds Spaans gesproken. Waarom zou je dan een andere taal leren? Voor zo’n 330 miljoen mensen (voornamelijk in Zuid Amerika) is Spaans de moedertaal, voor ruim 150 miljoen  mensen is het de tweede taal. In totaal spreken dus ongeveer 500 miljoen mensen Spaans.

De mensen die hier in Ecuador zijn geboren en getogen kunnen horen uit welk ander Spaanssprekend land je komt. Net zoals wij bijvoorbeeld de Amsterdammers, de Limburgers en de Rotterdammers aan hun spraak herkennen. Mijn Spaans is (nog?) niet zo goed dat ik ook hoor waar iemand vandaan komt.

Er zijn meer overeenkomsten dan de taal. Bijvoorbeeld muziek, eten en kinderen. Ze zijn hier bijna allemaal gek op muziek (en op dansen) en ze besteden veel tijd aan het (bereiden van) eten. De kinderen blijven -veel langer dan bij ons het geval- is bij hun ouders wonen. Ik heb de indruk dat ze daardoor ook langer onvolwassen blijven.

Een laatste voorbeeld van de overeenkomsten tussen de landen in Zuid Amerika is het geloof. De mensen zijn overwegend katholiek. Er zijn echter steeds meer actieve, kleinere kerkgenootschappen die veel gelovigen van de katholieke kerk afsnoepen.

Van onze Correspondent: Peet van Breugel