Soesterkwartier 3 maart 2017. In het Wijkmuseum aan de Sint Bonifaciusstraat 61 was het deze middag een drukte van belang. De 1 maand geleden aangekondigde “bevalling”was gaande. De dames, kraamverpleegsters, broeders en zusters waren druk doende met de voorbereiding van het
“uur U ” en familie-leden/ buren en belangstellende waren wachtende op de dingen die moesten komen.

Van de zijde van de  Meander Verloskundige waren twee officiële “zusters”ter plaatse met daarnaast de ruime ervaring van een aantal reeds gepensioneerde verloskundigen.

De bovenetage van het wijkmuseum was voor de gelegenheid ingericht als “kraam” kamer . Rond 16.00 uur waren de “weeën ” op gang gekomen. Beneden wachten een 30 tal ‘Kraamvisites” op de dingen die kwamen. Normaliter geeft Gezina Tuinstra een uitleg en welkoms woord. Helaas was zij om medische redenen absent door een opname in het ziekenhuis. ( wij wensen haar beterschap). Ineke nam de honneurs waar en sprak de nodige geruststellende woorden over de komende bevalling.

Wijzend op de verzamelde objecten over het  “bevallen”in de vorige eeuw, vertelde zij dat een groot gedeelte van de nu te openen tentoonstelling was samengebracht door Gea Ruting. Deze voormalige verloskundige had het Wijkmuseum voorzien van de expositie Kramen uit Linschoten. Zij was ook aanwezig en vertelde enige “ervaring’s”verhalen van vroegere tijden. Allereerst vond zij het jammer dat heden ten dage er steeds meer voor een ziekenhuis bevalling wordt gekozenen niet voor thuis, waarbij het gezin daadwerkelijk betrokken wordt bij de geboorte van een nieuw gezinslid. Het gaf vroeger in ieder geval reden voor de nodige aanpassingen als op een boerderij, moeder de vrouw aan het bevallen is. De lokale geit liet echter maar een iemand toe om te melken. Het gevolg was dat de geit met 4 poten op het kraambed stond, zodat ze door de vrouw des huizes gemolken kon worden.

Of de gaande bevalling in een gezin, waar op hetzelfde moment de herdershond ook aan het werpen was en na de geboorte de pups bij de ook geboren bazin wilde brengen.  Gea kon zo nog wel een uurtje doorgaan, maar het bericht kwam dat de bevalling boven was voltooid.

Iedereen wilde uiteraard weten,wat het geworden was, maar dat was nog even wachten op de officiële aankondiging. allereerst werden de glazen gevuld met sap en/of bubbels, werd de speciaal gemaakte “bakerkoeken” ( twee) aangesneden. De beschuiten met muisjes klaar gezet, met zowel blauwe als roze muisjes.

Hierna kwam de geruststellende mededeling dat moeder en “kinderen”het goed maakte. Er was een tweeling geboren, een jongen en een meisje. Een applaus volgde waarna er getoost werd op dit heugelijke feit.

Om moeder en kinderen niet te overbelasten, mochten de bezoekers met 10 tegelijk naar boven. De namen van de tweeling kunt U als bezoeker “raden” door deze in te vullen op een formuliertje. De goede inzending zal een prijs verzorgd krijgen.

Het wijkmuseum herbergt momenteel een unieke verzameling “kraam”attributen die in het verleden werden gebruikt, of waren vereist bij een bevalling. Het geeft een goed beeld, hoe in de vorige eeuw men om ging met deze materie.

Persbericht– Met de tentoonstelling ‘Geboorte/Kraamzorg’ gaat op vrijdag 3 maart om 16.00 uur in het Wijkmuseum Soesterkwartier, Sint Bonifaciusstraat 61 in Amersfoort een serie exposities over het thema ‘Gezondheidszorg, Toen en Nu’ officieel van start. Daarbij zijn in de Thema Kamer, achter de museumwoning, allerlei objecten rond de geboorte te zien. Op de bovenverdieping van de museumwoning is (met antiek aangeklede etalagepoppen) een kraamkamer ingericht. De ‘kraamvrouw’ ligt in het bed en de nieuwbakken baby ligt in de wieg ernaast. Ook aan de ‘kraamheer’ wordt aandacht besteed. Op de overloop staan een commode met toebehoren. Tijdens de opening worden beschuiten met (roze en blauwe) muisjes gepresenteerd. Omdat voor de baby nog geen naam is gekozen, kunnen bezoekers hiervoor suggesties doen. Voor de origineelste (meisjes- of jongens-)naam hebben de samenstellers van de expositie een leuke prijs in petto.

Verslag en fotoreportage Karel van Rooy.